Hoofdmenu

Regenworm

Op mijn hurken begin ik vol goede moed aan de eerste pol. Niet echt een makkelijk klusje om alle takken af te knippen maar het moet gebeuren; alles voor een uitbundige bloei volgend jaar zomer. De eerste restjes lavendel leg ik zonder te kijken naast me neer op het stenen pad. ‘Wa ies dat?’, vraagt onze jongste dochter terwijl ze zich probeert voort te bewegen op haar driewieler. Ik geef een zo eenvoudige mogelijke uitleg van wat ik doe. Ze neemt er genoegen mee. Nog een paar takken en dan is de eerste pol klaar. Nog zeven te gaan.
Er valt wat regen. Zolang het niet harder gaat, blijf ik stug doorgaan neem ik mezelf voor. Ook dochterlief laat zich niet tegenhouden door een paar druppels. Ze plaatst haar roze regenlaarsjes op de trappers, maakt met haar bovenlichaam een voorwaartse beweging en trekt hevig aan het stuur maar ze komt niet vooruit. Ze kijkt naar de grond en zoekt naar iets dat het vooruitkomen zou kunnen belemmeren maar vindt niks. Na een tijdje geeft ze het op en loopt tussen de lavendel door de tuin in. Het zogenaamde fietsen heeft haar blijkbaar wat energie gekost. Languit achterover hangt ze in de buxushaag die haar even laat uitrusten van haar oefening. Even later veert ze vlak voor mijn neus weer terug. Een regenworm komt uit de grond omhoog en kruipt tussen ons door. Nog voordat ik haar erop kan wijzen, heeft ze hem zelf al gespot. ‘Wa ies dat?’, klinkt het weer. ‘Een regenworm’, zeg ik. Ze neemt mijn antwoord wederom voor kennisgeving aan en helpt me mee om de afgeknipte takken in de container te doen. Daarna neemt ze weer plaats op haar geel-rood-blauwe driewieler en doet een verwoede poging alsnog te leren trappen.
Terwijl ik in mijn linkerhand een paar takken vasthoud en ze met de snoeischaar afknip, neem ik me voor na deze klus al het blad van de platanen op te ruimen. ‘Kasse boel’ zou mijn oma zeggen. Plotseling herinner ik me het nieuwsbericht van afgelopen week over een sterke daling van het aantal insecten in ons land. Driekwart van de insecten is in de afgelopen 25 jaar verdwenen en dat is rampzalig voor onze voedselvoorziening hoor ik de Achterhoekse tuinontwerper Nico Wissing zeggen. En een keurig aangeharkte tuintje draagt daar niet aan bij. Wissing maakt zich grote zorgen en roept op om het gras minder vaak te maaien, blad niet meteen op te ruimen en de natuur wat meer haar gang te laten gaan om de insectenstand op peil te houden.
Ik bedenk me ter plekke en besluit het blad deze winter als een warme, bruine deken tussen de planten te laten liggen. De natuur heeft ongetwijfeld nog wat tijd nodig om de daling te stoppen maar alle beetjes helpen.
Ik werp een blik opzij en zie dat haar dappere pogingen tot trappen nog steeds niet erg succesvol zijn. Ook dat is een kwestie van tijd.

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit bericht.

Geef een antwoord

NIEUWSGIERIG NAAR WAT IK VOOR JOU KAN BETEKENEN?
Bel of mail gerust voor meer informatie via 06-154 453 41 of info@cbthuisintaal.nl